“As I walk through this wicked world
Searchin for light in the darkness of insanity
I ask myself is all hope lost,
Is there only pain and hatred, and misery,
And each time I feel like this inside,
There’s one thing I wanna know:
What’s so funny ’bout peace love & understanding?”
Brinsley Scharz, New Favourites of Brinsley Scharz, 1974
Bij presentaties doe ik het keer op keer: vragen of iedereen zich een periode voor de geest wil halen waarin ze erg gelukkig waren met hun job. En daarna vragen dat zij die dan minder productief waren, de hand opsteken. Nauwelijks handen. Maar wel een bos handen wanneer je vraagt wie dan productiever was.
Maar toch vinden de meesten dat zoiets wel voor hen opgaat, maar niet voor hun ondergeschikten. Want die moeten gecontroleerd worden of ze wel productief zijn. Met prikklokken, activiteitenfiches en rookpauzeschrono’s. De idee dat een werkgever een bedrijfscultuur zou kunnen scheppen waarin mensen gelukkig zijn tijdens het werk is hippiegezwans, laat staan dat daarop een HR-beleid zou gestoeld worden.
Een minderheid van werkgevers kiest daar wel voor. Soms omwille van emotionele redenen, wat je vooral vaststelt in kleine familiebedrijven. Maar soms omwille van erg rationele beweegredenen. Demografie bijvoorbeeld. Er komen vanaf nu steeds minder mensen op de arbeidsmarkt. De babyboomers zijn, in baby’s uitgedrukt, minder vruchtbaar geweest dan hun ouders. Onvermijdelijk trekt straks de war on talent weer aan, en nu niet alleen voor economisten en ICT-ers maar voor bijna iedere functie waarvoor een langere vooropleiding nodig is. Als je het niet gelooft, ga vooral even zitten en bekijk dan de grafiek hieronder.
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering
Je ziet de schaarste op de arbeidsmarkt, vooral in Vlaanderen, met rasse en vastberaden schreden op ons afkomen. Tot op heden koos de werkgever zijn werknemers. In de toekomst zal de opgeleide werknemer zijn werkgever kiezen. Welke criteria zal hij/zij laten spelen bij de keuze? De hoogte van het loon, zeker, maar alleen de eng financieel ingestelde kandidaten, gaan voor het hoogste loon. Wie wil die ego’s in dienst, wie wil in hen investeren wetende dat ze weg zijn bij het eerste aanbod van hoger inkomen? Maar dit geheel terzijde.
De meeste werknemers kiezen voor een werkgever die decent beloont maar die hem een aangename werkomgeving kan aanbieden. En dat mag je ook letterlijk, dus fysiek, nemen. Maar wat de toekomstige, goed opgeleide arbeidsmarktverkenner met grote determinatie zal zoeken is een werkgever die hem/haar een grote zelfdeterminatie verzekert. En laat de hoegrootheid van de zelfdeterminatie nu juist één van de belangrijkste indicatoren zijn voor geluk. Sommige van de grote gemeenplaatsen over de generatie die straks de arbeidsmarkt bevolkt, snijden wel hout. De bereidheid om voor een loon ook nog te laten bepalen waar en wanneer, zelfs hoe je moet werken, is voor prille twintigers klein tot onbestaand.
De werkgever die zijn processen niet aanpast in die richting en die zijn bedrijfscultuut niet van controle naar vertrouwen ombouwt, zal lang mogen zoeken naar geschikt personeel. En zijn personeel, if any, zal ongelukkig zijn en ze zullen de eerste gelegenheid die zich aanbiedt om naar een andersoortige werkgever te verkassen, met beide handen grijpen.
Nowhere to run, oude werkgever. Of je maakt je werknemer gelukkig of je bestaat straks niet meer.
This came up in my reader, just wanted to say thank you!